Derailleurs zijn tegenwoordig voorzien van een index-schakeling, wat zoveel wil zeggen dat iedere klik van de schakelhandle overeenkomt met een vastgestelde verandering van de lengte van de binnenkabel voor die gekozen versnelling, waarmee vervolgens deze binnenkabellengte wordt gebruikt om de ketting van zijn oude plaats op een tandwiel naar een ander tandwiel te kunnen geleiden.
Dit is een systeem dat er voor zorg draagt dat, wanneer de derailleurs vanzelfsprekend goed staan afgesteld, het schakelen van de ene versnelling naar de andere tegenwoordig moeiteloos en soepel verloopt.
Het schakelen gaat tegenwoordig ook een stuk soepeler omdat de vorm van de vertanding van de tandwielen zodanig op elkaar zijn afgesteld dat de ketting veel soepeler naar het te bereiken tandwiel wordt geleid. Een cassette tandwielen is derhalve zodanig samengesteld, dat het niet verstandig is om hier zelf aan te gaan rommelen en tandwielen te gaan vervangen zonder allereerst goed te hebben bekeken hoe de aanpassing in de tandwielen (het schakelspoor), die ervoor zorg draagt dat het schakelen optimaal verloopt, is opgebouwd.
Wanneer hiermee geen rekening wordt gehouden, zal dit al snel te bespeuren zijn, daar het schakelen, al doortrappend tijdens het van versnelling veranderen, met horten en stoten zal verlopen, waarbij het niet denkbeeldig is dat de ketting vernield wordt.
De derailleurs zijn in verschillende merken, kwaliteitsklassen en prijzen te onderscheiden. Teneinde hier een helder en redelijk overzichtelijk beeld te kunnen geven van de derailleurs die het meest worden gebruikt, is de opsomming op de volgende pagina´s tot beperkt tot Shimano, Campagnolo en SRAM.
Een item dat wel wat aandacht verdient is de kooi van de derailleur. Omdat er nog al eens verwarring ontstaat over de kooilengtes die vermeldt staan bij de verschillende te koop zijnde derailleurs, en dan met name met betrekking tot de geschiktheid van een kooi voor hetzij een mountainbike of een racefiets, wordt hier getracht een tip van deze sluier op te lichten voor de racefiets.
In de kooi van een derailleur treffen we de derailleurwieltjes aan. Dit zijn de wieltjes die tijdens het schakelen de geleiding verzorgen van de ketting. Derailleurs zijn uitgevoerd in drie kooilengtes: Lang, middel en kort.
Het is niet zo dat de keuze voor een korte of een langere kooi afhangt van je grootste tandwiel achter...... Er wordt heel wat afgefilosofeerd over de lengte van de kooi, maar waar het over het algemeen op neerkomt is dat de ketting een zekere spanning behoudt en wel in alle fasen van het schakelen.
Voor de kooi van een racefiets geldt, wanneer er voor een dubbel op zit, dan is een korte kooi een goede keuze. Zit er een triple op, dan is een lange kooi aan te bevelen. Het gaat er derhalve om dat de derailleur op spanning kan worden gehouden en de schakelingen kan opvangen zonder dat de ketting van de tandwielen af zal lopen.
Extremen in dit geval zijn dan de uiterste standen klein voor/klein achter en groot voor/groot achter, waarbij dan in het eerste geval de ketting bijna over de straat zal slepen, waar in het tweede geval er kettinglengte tekort zou kunnen zijn, waardoor een schakelstand domweg niet bereikt zal kunnen worden vanwege een te korte ketting.
Eigenlijk moet een fiets op deze twee uiterste standen te schakelen zijn, zonder in de bovenstaande problemen te geraken, maar... het zijn natuurlijk in principe onmogelijke standen: Allereerst omdat het geen praktische keuzes zijn, wie rijdt er zo?, en ten tweede omdat het ontzettend veel weerstand oplevert door de enorme schuinstelling, en dus tevens heel veel slijtage en (enig) krachtverlies.
De lengte van de kooi van een derailleur is mede bepalend voor de capaciteit oftewel het bereik van een derailleur. De toepassing van deze capaciteit wordt mede bepaald door de grootte van tandwielen.
De capaciteit die overigens veelal staat aangegeven op de achterzijde van de derailleur is een aanduiding van wat het maximum aan verschil is tussen het grootste en het kleinste tandwiel.