Op het allereerste gezicht zou heel goed staande gehouden kunnen worden dat een racefiets een racefiets is, en derhalve geschikt voor zowel de man als voor de vrouw. Dat zou betekenen dat een willekeurige racefiets voor de beide geslachten, dus zowel voor de man als voor de vrouw, prima geschikt zou zijn. Gedurende lange tijd werd er dan ook weinig of zelfs geheel geen aandacht besteed aan de ergonomie. Vooral daar waar het de verschillen tussen man en vrouw betrof met betrekking tot de pasvorm. Vrouwen konden natuurlijk wel altijd, wanneer ze daar behoefte toe voelden, op een mannenfiets gaan fietsen. Bovendien viel er van de mannen weinig te verwachten op dit gebied, daar er weinig ruimte in het mannelijk gedachtegoed was gereserveerd om plaats in te ruimen voor vrouwelijke racefietsers, simpelweg omdat het toch een voor en door mannen gereserveerde wereld was.
Was inderdaad...immers tijden veranderen: Voor dit vraagstuk, of vrouwen wel zouden passen op een door en voor mannen ontworpen fiets, kwam logischerwijs pas eerst echt aandacht toen vrouwen zich meer met de wielersport bezig gingen houden. Voor die periode was er nog helemaal geen markt voor, zodat er simpelweg ook geen sprake was van een eventueel alternatief.
Met de toenemende vrouwelijke belangstelling voor de wielersport is de behoefte aan afgestemde fietsframes en wat dies meer zij echter toegenomen, hoewel er nog altijd niet veel partijen aan de aanbodzijde zijn te vinden die met een redelijk assortiment in deze inmiddels groeiende behoefte weten te voorzien.
Omdat de fysieke bouw van de vrouw op een aantal aspecten belangrijk afwijkt van die van de man, zal met name bij de constructie van het frame hiermee rekening dienen te worden gehouden. Hoe komt dat nu zo dat vrouwen behoefte hebben aan een andere frameconstructie dan die van de mannen? Een en ander is uiteraard onderzocht en hieruit bleek overduidelijk dat vrouwen een andere houding op de fiets aannemen en rechter op de fiets zitten. Zij doen dat natuurlijk niet zomaar of om er beter uit te zien of iets dergelijks, maar omdat deze zithouding wordt veroorzaakt door het bekken van de vrouw, dat meer naar achteren gekanteld staat, zodat er hiervoor een aanpasssing aan de horizontale buis van de vrouwenracefiets dient te worden verricht. De horizontale buis die van het zadel naar het stuur loopt dient ten opzichte van die van het mannenracefietsmodel korter te zijn: Immers een dergelijke aanpassing levert een kortere weg op naar het stuur, zodat vrouwen met een dergelijk frameaanpasssing een betere zithouding zullen ervaren en niet meer de, voor hen minder geschikte, door het mannenframe opgedrongen en als overdreven en onnatuurlijk ervaren, vooroverhouding hoeven aan te nemen.
Ook wordt er inmiddels voor kleinere vrouwen voorzien in racefietsen met niet alleen een kleinere framemaat, maar ook met een kleinere wielmaat, smallere sturen en een andere zadelvorm. De vorm van het mannenzadel voldoet meestal niet aan de eisen die inmiddels aan een vrouwenzadel zullen worden gesteld. De behoefte aan een andere zadelvorm wordt bij vrouwen veroorzaakt door de zitbotjes, die bij vrouwen in het zitvlak verder uit elkaar staan dan dat bij de mannen het geval zal zijn. Wil er sprake zijn van een prettiger en meer comfortabele zit en zithouding voor de vrouwelijk renster dan is een zadel dat breder en korter is dan dat van de mannen de oplossing: Een vrouwenzadel dus!
Omdat er een welhaast onstuitbare ontwikkeling gaande lijkt te zijn op dit racefietsvlak en de vrouwelijke sexe steeds meer belangstelling voor het racefietsen ontwikkelt, zal ook de desbetreffende fietsmarkt aan de aanbodzijde, in beweging komen en hieruit conclusies trekken, zodat er mettertijd wellicht een steeds aantrekkelijk aanbod aan fietsen met dit soort specifieke framematen en andere benodigde aanpassingen voor de vrouwelijke racefietser zal gaan ontstaan.